woensdag 5 december 2007

De korte baan

Koning, keizer, admiraal! / Columns maken ze allemaal! Dat is waar, en Nederland is hét columnland op deze wereld. Je kunt wel volhouden dat Nederland ook hét cabaretland is, maar er zijn voorbeelden in Engeland geweest (Monty Python), in Amerika (Richard Pryor), in Duitsland (ik ken de namen van de Duitse artiesten niet). In Frankrijk zullen ook ongetwijfeld cabaretiers rondlopen.
Maar columnisten?
In Amerika staan soms leuke stukjes in The New Yorker of McSweeney. In Frankrijk heb je schrijvers gehad zoals Georges Perec en Raymond Queneau, die je met wat goede wil columnistische schrijvers zou kunnen noemen. In Engeland heb je Cassandra en Beachcomber gehad en nog wel meer columnisten. Ik weet niet of er in Rusland of in Duitsland columnisten hebben bestaan. Het lijkt me van niet.
Wat is een column? Een column is een kort stukje dat over van alles mag gaan en dat dagelijks of wekelijks verschijnt in de krant of in uw opinieweekblad. De vader van het genre is Simon Carmiggelt, die dagelijks een Kronkel in het Parool schreef. Daarna kwamen er meer. Tamar. Piet Grijs. Maarten ’t Hart. Willem Frederik Hermans. Gerrit Komrij. Hans Ree. Max Pam. Jan Blokker. Anton Broodsloot. Karel van het Reve. Rudy Kousbroek. Piet Vroon. Kees van Kooten. En de enige reden waarom je PvdA zou stemmen, Ronald Plasterk. Als uw naam er niet bij zit, moet u niet kwaad worden, ik heb gewoon wat namen genoemd.
Tot gisteren vond ik de columns van Piet Grijs (of van welk ander pseudoniem hij zich ook bediende) de beste. En het beste van het beste van Piet Grijs vind ik zijn Opperlandse Taal- en Letterkunde. Maar ook zijn vroegere De encyclopedie mag er wezen (mijn Nieuwe woorden zijn daar een variatie op).
Tot gisteren. Gisteren las ik een verzameling columns van Karel van het Reve, Achteraf. Hij is de beste columnist van het stel. Ik had, eigenwijzenlijk, altijd aangenomen dat dat boek een verzameling van zijn stukken was, en die stukken had ik al in zijn andere boeken. Zo lees ik ook dat boek van Theodor Holman niet, en ook dat boek van Arnon Grunberg en zelfs dat boek van Ger Verrips niet. Die gaan ook allemaal over Karel en dat zou me dus moeten interesseren, maar dat interesseert me niet.
De twee beste columns zijn Franz Josef (pag. 40) en Wat Maaike gelooft (pag. 126). Eigenlijk zijn zijn columns uitgewerkte Fragmenten, zoals die toentertijd in Tirade en ook in zijn boeken verschenen.

Geen opmerkingen: