Wouter van den Berg en ik houden evenveel van Karel van het Reve, en dus even weinig van schrijvers als Harry Mulisch en Bas Heijne. Wel is Wouter meer belezen in Karel van het Reve dan ik, maar ik zit hem op de hielen. Als volgend jaar dat Verzameld Werk uitkomt, lopen we gelijk.
Het leuke is dat we ook ongeveer hetzelfde schrijven, ik bedoel over dezelfde onderwerpen. En dat proberen we ook te doen met de duidelijkheid en de redelijkheid die we kennen van Karel van het Reve. Je zult ons het woord ‘intrinsiek’ nooit horen gebruiken. Of ‘identiteit’. Of welk universitair woord ook met meer dan twee i’s. ‘Kilometerheffing’, dat kan nog nèt. Maar daarover schrijven we natuurlijk niet.
Een verschil met Wouter is ook dat ik de boeken over Karel van het Reve niet gelezen heb en niet zal lezen. Dat boek van Ger Verrips bijvoorbeeld, dat interesseert me niet. Wel zie ik graag stukjes op de tv met Maarten Biesheuvel en Eva Gütlich, Maarten ’t Hart of wie ook, die dan iets leuks of minder leuks over Karel zeggen. ’t Hart zegt dan bijvoorbeeld dat Karel niets van de biologie begrepen heeft. Dat hoor ik altijd graag.
Ik ben Wouter maar één keer vóór geweest: met de serie ‘Van tsaar tot Lenin’, die hij niet gezien had en ik wel. Ik dacht toen dat Karels ‘Amsterdamse’ uitspraak van het Russisch, die hijzelf altijd heeft betreurd, op te maken viel uit zijn uitspraak van de naam Kerenski. Vriendin uit Rusland gebeld, die me luid en duidelijk zei dat het ‘Kjèrnski’ moest zijn. Ik dacht, daar kan ik mee aankomen bij Wouter.
Maar hij corrigeerde, heel terecht, die opvatting. ‘Kjééérnski’ is normaler bij de Russen. Was mijn vriendin misschien te luid en duidelijk geweest door de telefoon?
Dat zijn dus de verschillen tussen ons. Wouter weet veel meer dan ik over Karel, en hij weet natuurlijk alles over het Russisch. Er is nog één verschil. We hebben het daar eens over gehad toen ik schreef dat de beste blogs een verzameling Fragmenten zijn, zoals Karel van het Reve ze schreef in de Tirade. Daar was Wouter het geloof ik mee eens. Maar hij schrijft columns ter lengte van Karels columns in Achteraf. Prachtige columns, u moet ze eens gaan lezen. Ik bedoel, zowel Karels columns als Wouters columns. Ik schrijf bijna nooit iets van die lengte. Dat wil zeggen, ik begín wel met die columnlengte, maar ik schrap daarna de helft van de zinnen en eindig met een Fragment. Ook nu weer.
Posts tonen met het label column. Alle posts tonen
Posts tonen met het label column. Alle posts tonen
donderdag 6 december 2007
Reactie van een Japanner
Gisteravond heb ik mijn persoonlijke profiel aangepast, wat dingetjes toegevoegd en zo, en nu reageert er een Japanner met een email: volgens zeggen heet hij Yuki Hasamoto. Hij schrijft: ‘Dear Mister Hoogebaam! You have a NICE weblog! Very nice! I like your pictures of the apes! But you have a name in that list of columnists, that I cannot bring home! Who is that Anton Broodsloot!, please inform me. Thank you so much!’
Welnu, Yuki. Die mister Anton Broodsloot was een vermaard columnist. Hij leefde van 1942-21 augustus 2007. Hij schreef een roman Kramp in zee (Querido, 1984), die overigens alleen in landen als Zwitserland, Slowakije en Tsjaad opzien gebaard schijnt te hebben.
Ik moet nu even zoeken, moment, één moment, ja, daar staat zijn bibliografie. Die zal ik even overtikken:
Het vuige water (columns, Querido, 1963)
Baren (columns, Querido, 1965)
Kanalen en rivieren (artikelen, Wetenschappelijke Uitgeverij Amsterdam, 1970)
De kreeftjes van de Oude Rijn (columns, Querido, 1973)
Poedelen in een wak (columns, Querido, 1975)
Het cachet van de zeeman (voordracht, WUA, 1976)
Waar ligt Rottermegen? (columns, Querido, 1978)
Het zilt gebruis (gedichten, Querido, 1980)
Hoe op zee (met elkaar) te communiceren? (columns, Querido, 1981)
Oeverloos (redevoeringen, WUA, 1982)
Islamiet of christen - het watercloset (artikel, WUA, 1983)
Kramp in zee (surrealistische roman, Van Oorschot, 1984)
Weer vis worden (artikel, WUA, 1985)
Makrelen spreken Vins (columns, Querido, 1987)
Op zee is alles groter (columns, Querido, 1989)
Een maatje schol (voordracht, WUA, 1990)
De inktvis van de 21ste eeuw (columns, Querido, 1991)
Diepzeegedachten (columns, Querido, 1993)
De Anton 2 vaart! (verhalen en gedichten, eigen beheer, 1995)
De ondergang van de Anton 2 (verhaal, eigen beheer, 1995)
De haven van Goes! (leerboek middelbaar onderwijs, 1996)
De grondwet van Zeeland (columns, Querido, 1996)
Wijwater en vliegverkeer (columns, Querido, 1997)
Branding (gedichten, Querido, 1998)
De sluizen openen zich (antwoord aan de poëziecritici, Querido, 1998)
Het vreeslijk gezwier der galeien (columns, Querido, 2000)
De aal vs. de garnaal (artikelen, WUA, 2002)
Geef ze de kost, de pietermannen! (columns, Querido, 2004)
Ik dans in de golven (voordracht, WUA, 2004)
Waarom palingen makrelen tóch begrijpen (voordracht, WUA, 2005)
Zomervakantie op Nova Zembla (columns, Querido, 2006)
Zelfmoord in zee (laatste column, eigen beheer, 2007)
Dat was Anton Broodsloot. Ik hoop u van dienst te zijn geweest, Yuki! En wat uw verdere opmerkingen betreft, het volgende. Het Nederlands is een gemakkelijke taal om te leren. Er zijn soms lastige dingetjes. Slaan - wij sloegen. Gaan - wij gingen. Het is het beste als u zich bij die ng-klank een hete kroket voorstelt, die u net inslikt.
(Sorry, Wouter. Dit was bedoeld als een reactie op jouw reactie op meneer Broodsloot. Ik kon niet wachten. Ik heb er maar een Jap voor gekozen.)
Welnu, Yuki. Die mister Anton Broodsloot was een vermaard columnist. Hij leefde van 1942-21 augustus 2007. Hij schreef een roman Kramp in zee (Querido, 1984), die overigens alleen in landen als Zwitserland, Slowakije en Tsjaad opzien gebaard schijnt te hebben.
Ik moet nu even zoeken, moment, één moment, ja, daar staat zijn bibliografie. Die zal ik even overtikken:
Het vuige water (columns, Querido, 1963)
Baren (columns, Querido, 1965)
Kanalen en rivieren (artikelen, Wetenschappelijke Uitgeverij Amsterdam, 1970)
De kreeftjes van de Oude Rijn (columns, Querido, 1973)
Poedelen in een wak (columns, Querido, 1975)
Het cachet van de zeeman (voordracht, WUA, 1976)
Waar ligt Rottermegen? (columns, Querido, 1978)
Het zilt gebruis (gedichten, Querido, 1980)
Hoe op zee (met elkaar) te communiceren? (columns, Querido, 1981)
Oeverloos (redevoeringen, WUA, 1982)
Islamiet of christen - het watercloset (artikel, WUA, 1983)
Kramp in zee (surrealistische roman, Van Oorschot, 1984)
Weer vis worden (artikel, WUA, 1985)
Makrelen spreken Vins (columns, Querido, 1987)
Op zee is alles groter (columns, Querido, 1989)
Een maatje schol (voordracht, WUA, 1990)
De inktvis van de 21ste eeuw (columns, Querido, 1991)
Diepzeegedachten (columns, Querido, 1993)
De Anton 2 vaart! (verhalen en gedichten, eigen beheer, 1995)
De ondergang van de Anton 2 (verhaal, eigen beheer, 1995)
De haven van Goes! (leerboek middelbaar onderwijs, 1996)
De grondwet van Zeeland (columns, Querido, 1996)
Wijwater en vliegverkeer (columns, Querido, 1997)
Branding (gedichten, Querido, 1998)
De sluizen openen zich (antwoord aan de poëziecritici, Querido, 1998)
Het vreeslijk gezwier der galeien (columns, Querido, 2000)
De aal vs. de garnaal (artikelen, WUA, 2002)
Geef ze de kost, de pietermannen! (columns, Querido, 2004)
Ik dans in de golven (voordracht, WUA, 2004)
Waarom palingen makrelen tóch begrijpen (voordracht, WUA, 2005)
Zomervakantie op Nova Zembla (columns, Querido, 2006)
Zelfmoord in zee (laatste column, eigen beheer, 2007)
Dat was Anton Broodsloot. Ik hoop u van dienst te zijn geweest, Yuki! En wat uw verdere opmerkingen betreft, het volgende. Het Nederlands is een gemakkelijke taal om te leren. Er zijn soms lastige dingetjes. Slaan - wij sloegen. Gaan - wij gingen. Het is het beste als u zich bij die ng-klank een hete kroket voorstelt, die u net inslikt.
(Sorry, Wouter. Dit was bedoeld als een reactie op jouw reactie op meneer Broodsloot. Ik kon niet wachten. Ik heb er maar een Jap voor gekozen.)
Labels:
Anton Broodsloot,
column,
Wouter van den Berg
woensdag 5 december 2007
De korte baan
Koning, keizer, admiraal! / Columns maken ze allemaal! Dat is waar, en Nederland is hét columnland op deze wereld. Je kunt wel volhouden dat Nederland ook hét cabaretland is, maar er zijn voorbeelden in Engeland geweest (Monty Python), in Amerika (Richard Pryor), in Duitsland (ik ken de namen van de Duitse artiesten niet). In Frankrijk zullen ook ongetwijfeld cabaretiers rondlopen.
Maar columnisten?
In Amerika staan soms leuke stukjes in The New Yorker of McSweeney. In Frankrijk heb je schrijvers gehad zoals Georges Perec en Raymond Queneau, die je met wat goede wil columnistische schrijvers zou kunnen noemen. In Engeland heb je Cassandra en Beachcomber gehad en nog wel meer columnisten. Ik weet niet of er in Rusland of in Duitsland columnisten hebben bestaan. Het lijkt me van niet.
Wat is een column? Een column is een kort stukje dat over van alles mag gaan en dat dagelijks of wekelijks verschijnt in de krant of in uw opinieweekblad. De vader van het genre is Simon Carmiggelt, die dagelijks een Kronkel in het Parool schreef. Daarna kwamen er meer. Tamar. Piet Grijs. Maarten ’t Hart. Willem Frederik Hermans. Gerrit Komrij. Hans Ree. Max Pam. Jan Blokker. Anton Broodsloot. Karel van het Reve. Rudy Kousbroek. Piet Vroon. Kees van Kooten. En de enige reden waarom je PvdA zou stemmen, Ronald Plasterk. Als uw naam er niet bij zit, moet u niet kwaad worden, ik heb gewoon wat namen genoemd.
Tot gisteren vond ik de columns van Piet Grijs (of van welk ander pseudoniem hij zich ook bediende) de beste. En het beste van het beste van Piet Grijs vind ik zijn Opperlandse Taal- en Letterkunde. Maar ook zijn vroegere De encyclopedie mag er wezen (mijn Nieuwe woorden zijn daar een variatie op).
Tot gisteren. Gisteren las ik een verzameling columns van Karel van het Reve, Achteraf. Hij is de beste columnist van het stel. Ik had, eigenwijzenlijk, altijd aangenomen dat dat boek een verzameling van zijn stukken was, en die stukken had ik al in zijn andere boeken. Zo lees ik ook dat boek van Theodor Holman niet, en ook dat boek van Arnon Grunberg en zelfs dat boek van Ger Verrips niet. Die gaan ook allemaal over Karel en dat zou me dus moeten interesseren, maar dat interesseert me niet.
De twee beste columns zijn Franz Josef (pag. 40) en Wat Maaike gelooft (pag. 126). Eigenlijk zijn zijn columns uitgewerkte Fragmenten, zoals die toentertijd in Tirade en ook in zijn boeken verschenen.
Maar columnisten?
In Amerika staan soms leuke stukjes in The New Yorker of McSweeney. In Frankrijk heb je schrijvers gehad zoals Georges Perec en Raymond Queneau, die je met wat goede wil columnistische schrijvers zou kunnen noemen. In Engeland heb je Cassandra en Beachcomber gehad en nog wel meer columnisten. Ik weet niet of er in Rusland of in Duitsland columnisten hebben bestaan. Het lijkt me van niet.
Wat is een column? Een column is een kort stukje dat over van alles mag gaan en dat dagelijks of wekelijks verschijnt in de krant of in uw opinieweekblad. De vader van het genre is Simon Carmiggelt, die dagelijks een Kronkel in het Parool schreef. Daarna kwamen er meer. Tamar. Piet Grijs. Maarten ’t Hart. Willem Frederik Hermans. Gerrit Komrij. Hans Ree. Max Pam. Jan Blokker. Anton Broodsloot. Karel van het Reve. Rudy Kousbroek. Piet Vroon. Kees van Kooten. En de enige reden waarom je PvdA zou stemmen, Ronald Plasterk. Als uw naam er niet bij zit, moet u niet kwaad worden, ik heb gewoon wat namen genoemd.
Tot gisteren vond ik de columns van Piet Grijs (of van welk ander pseudoniem hij zich ook bediende) de beste. En het beste van het beste van Piet Grijs vind ik zijn Opperlandse Taal- en Letterkunde. Maar ook zijn vroegere De encyclopedie mag er wezen (mijn Nieuwe woorden zijn daar een variatie op).
Tot gisteren. Gisteren las ik een verzameling columns van Karel van het Reve, Achteraf. Hij is de beste columnist van het stel. Ik had, eigenwijzenlijk, altijd aangenomen dat dat boek een verzameling van zijn stukken was, en die stukken had ik al in zijn andere boeken. Zo lees ik ook dat boek van Theodor Holman niet, en ook dat boek van Arnon Grunberg en zelfs dat boek van Ger Verrips niet. Die gaan ook allemaal over Karel en dat zou me dus moeten interesseren, maar dat interesseert me niet.
De twee beste columns zijn Franz Josef (pag. 40) en Wat Maaike gelooft (pag. 126). Eigenlijk zijn zijn columns uitgewerkte Fragmenten, zoals die toentertijd in Tirade en ook in zijn boeken verschenen.
Labels:
Anton Broodsloot,
column,
Karel van het Reve,
Piet Grijs
woensdag 14 november 2007
Frontaal geraakt

Abonneren op:
Posts (Atom)