’k Ben toch zo verliefd op m’n meiheisje,
’k Ben gewoon - dat zie je - half gaar.
Het strand dat is voor ons een paradijhijsje,
U ziet ons op deez’ plaat mooi bij elkaar.
Wat staan we daar te doen? Nou, we kuhussen.
Heel zedig, hoor. We denken: ‘Zo meteen...’
Maar waarom sta jij daar toch, ondertuhussen,
Op slechts je rechter, slechts je rechter, slechts je rechterbeen?
vrijdag 8 februari 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten