woensdag 13 februari 2008

Schaaklessen (11)

Hier hebben we een stelling, ontworpen door K. Hannemann, die gepubliceerd is in 1924, in de Nationaltidende. Zet hem maar op je bord en speel alle zetten zorgvuldig na. Wit aan zet geeft man in twee zetten, luidt de opdracht.
Normaal zou je denken: all right, wat is er aan de hand? Je witte koning dekt veld e7, daar kan de zwarte koning dus niet heen. De witte pion dekt de velden c8 en e8, daar kan zwarts koning ook al niet heen. Veld c7 wordt door wits dame gedekt. De zwarte koning kan dus nergens heen. Als de zwarte loper en de zwarte toren van het bord af zouden zijn, en zwart was aan zet, dan was de stelling pat, en dus remise. Maar zwart is niet aan zet, en hij heeft twee stukken waarmee hij zetten kan doen: drie zetten met de loper, en vier zetten met de toren. Zoals we zullen zien, is geen van die 7 zetten goed. Wat moet wit dus doen op de eerste zet: met zijn koning ergens naar toe, waar hij veld e7 net zo dekt als nu, dus 1. Kf7 of 1. Ke6. Straks leg ik uit waarom 1. Ke6 niet de goede zet is. De goede zet in deze stelling (zo’n zet noemen we een sleutelzet) is
1. Kf7!
Nu lopen we eerst de drie loperzetten na:
1. ..., Lxb5. Dan speelt wit natuurlijk 2. Dc8++, want zwart heeft jouw loper wel gepakt, maar veld c8 ongedekt gelaten.
Na 1. ..., Lc8 speelt wit natuurlijk 2. Dxc8++ of 2. dc8D of 2. dc8T.
En na 1. ..., Lb7 speelt wit 2. Db6++. Een leuke variant: zwart heeft de weg van zijn toren naar c7 verbroken met zijn loper, en wit maakt daar gebruik van.
Nu de vier torenzetten:
1. ..., Ta8. Dan speelt wit weer 2. Db6++.
1. ..., Txd7. Dan speelt wit gewoon 2. Dxd7++. Zwart kan die dame niet met zijn koning pakken, want hij wordt gedekt door de witte loper op b5.
Na 1. ..., Tb7 zie je dat veld c8 weer ongedekt is, dus wit speelt 2. Dc8++.
En na 1. ..., Tc7 speelt wit het mooie 2. Df6++. En nu zie je ook waarom hij op de eerste zet niet 1. Ke6? moest spelen, want dan speelt zwart 1. ..., Tc7! en dan kun je geen mat met Df6 geven.
Zo’n heel geval noemen we zetdwang: zwart moet zetten, hij heeft ook zeven zetten waaruit hij kan kiezen, maar elke zet levert hem verlies op.
Als je deze stelling helemaal hebt begrepen, ben je wéér een stap in de goede richting ingeslagen.

Geen opmerkingen: