Pak je bord erbij, lief, want we gaan weer schaken. Ik heb vijf stellingen. Als ik er niks bij zeg, zit jij aan de witte kant van de stelling.
De eerste stelling ziet er zo uit:
Wit: Ka1, Da8.
Zwart: Kh8, Tg8, pion g7.
Wit aan zet geeft mat.
Dat is inderdaad nog wel simpel. Vervang nu zwarts toren door een zwarte loper. Dan zie je wel dat dat mat niet gaat, omdat zwart zijn loper er tussen zet. Wat moet wit nu doen? Ik zal een voorzetje geven, dan mag jij het doelpunt scoren: 1. Kb2, Kh7 2. Dg2!, g6 of bijvoorbeeld Le6 3. Kc3 enzovoorts. Misschien is dit ook leuk om met Dick uit te spelen. Dan zal Dick wel zeggen dat dat uitroepteken ten onrechte geplaatst is...
De tweede stelling:
Wit: Kg1, Dd5, Pf7.
Zwart: Kg8, Da8, Tf8, pionnen g7, h7.
Wit aan zet geeft mat in drie zetten.
Dat gaat zo. 1. Ph6!+. Dat is een dubbelschaak: met de dame geeft wit schaak, en met het paard. Zwart kan dus niet de witte dame slaan, en ook het paard niet slaan, want als hij één van beide doet, staat hij nog steeds schaak met het andere stuk. Dus er is maar een oplossing: 1. ..., Kh8. Maar dan komt het: 2. Dg8!!!+. Een dameoffer. Zwart staat schaak, kan nergens heen. Hij mag de dame niet met zijn koning slaan, want die dame staat gedekt door Ph6. Dus moet hij wel 2. ..., Txg8 spelen. En dan speelt wit 3. Pf7++. Die ++ staat voor mat, spreken we af. Dus éénmaal + is schaak, tweemaal ++ is mat. Dit mat noemen we een stikmat of, in het Engels, een smothered mate. Mooi, hè?
Volgende stelling.
Wit: Kd5, Tf2, Tg1, Lf5, Pe4, pion d6.
Zwart: Kg8, Tc8, Tf8, pionnen f7, g7, h7.
Wit aan zet geeft mat. Ik geef één variant. De andere variant moet je zelf zien te vinden. Wit begint zo: 1. Lxh7+. Zwart kan nu twee zetten spelen: Kxh7 en Kh8. Ik laat nu zien hoe het gaat na 1. ..., Kxh7. Dan gaat het zo verder: 2. Pf6, gf6 of Kh6 of Kh8 3. Th2++.
Nu deze stelling:
Wit: Kd5, Le4, Le5.
Zwart: Ka8.
Wit geeft weer mat en dit is ingewikkeld. Let maar op. Wit wil die zwarte koning in dat hoekje houden. Dus hij speelt 1. Kc6. Zwart heeft maar één zet: 1. ..., Ka7. Dan speelt wit: 2. Ld3! Zwart heeft weer maar één zet: 2. ..., Ka8. En nu speelt wit 3. Kc7!, Ka7 4. Ld4+, Ka8 5. Le4++.
De vijfde stelling is een verneukeratief dingetje:
Wit: Ke1, Ta1.
Zwart: Kd8, Tb2.
Wit speelt en wint.
Je vindt de oplossing vast niet. Je moet deze stelling eens aan Dick voorleggen, en er niets bij zeggen. Alleen: wit speelt en wint. Het zal me benieuwen of hij de oplossing vindt.
De oplossing is het gemene 1. 0-0-0!+ en op de tweede zet pakt wit zwarts toren. Leuk, hè?
In de volgende les gaan we de Tartakower-variant van het Frans doornemen.
zondag 3 februari 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten