dinsdag 18 maart 2008

Heilige

Eduard de Martelaar (Engels: Edward the Martyr) (circa 962 -18 maart 978/979) volgde in 975 zijn vader Edgar op als koning van Engeland, maar werd na een paar jaar al vermoord. Eduard werd beschouwd als een goed christen en werd in 1001 heiligverklaard.
Zijn koningschap werd betwist door een groep mensen onder leiding van zijn stiefmoeder, koningin Elfrida. Zij wilde dat haar zoon en Eduards halfbroer Ethelred II koning zou worden. Eduard had echter meer steun, ook van St.-Dunstan en de Witan (koninklijk adviesorgaan van hooggeplaatsen uit de samenleving). Een paar jaar later bezocht hij Elfrida en Ethelred in Corfle Castle. Daar bood Elfrida hem een glas mede aan en terwijl hij dit dronk werd hij in de rug gestoken. Ethelred was pas tien jaar oud en was dus niet rechtstreeks bij de moord betrokken.
In 1001 werd Eduard heilig verklaard. Zijn feestdag is op 18 maart. Men haalde zijn stoffelijk overschot uit zijn graf en plaatste het in een reliekschrijn in Shaftesbury Abbey. Onder koning Hendrik VIII (16e eeuw) werden veel kloosters gesloten en heilige plaatsen verwoest, maar Eduards overblijfselen werden verborgen. In 1931 vond ene Mr. Wilson-Claridge de relikwieën bij een archeologische opgraving. De osteoloog Dr. T.E.A. Stowell bevestigde dat het inderdaad om Eduard de Martelaar ging. Wilson-Claridge schonk de relikwieën aan de Russisch Orthodoxe kerk buiten Rusland. Deze plaatste ze in een kerk in Brookwood Cemetery in Woking (Surrey). De kerk heet nu St. Edward the Martyr Orthodox Church.

Geen opmerkingen: